Beneden over een stoel hangt mama’s sjaal. Eigenlijk moet ik
specifieker zijn aangezien ze er een stuk of honderd had, maar dat maakt even
niet uit. Mama’s sjaal hangt over de leuning van een stoel. Af en toe loopt
iemand van ons er langs en pakt hem op. Even ruiken. Haar geur zit er nog in. De
eerste dagen hoefde je hem nog niet in je gezicht te duwen. Haar geur zweefde
er nog vanaf. Nu moet je heel diep snuiven om in een van de stofvezels nog een
beetje dat typische van mama te ruiken.
Je kunt foto’s maken om nooit te vergeten hoe iemand eruit zag
toen ze tien, vijfendertig, zevenenvijftig was. Filmpjes om voor altijd vast te
leggen hoe ze bewoog of hoe ze praatte. Je kan zinnetjes en woorden opschrijven
die ze heeft gezegd. Maar er zijn geen potjes of flesjes om iemands geur in te
bewaren. Als ze er waren zou ik altijd mama’s parfum bij me houden. Ze rook zo
lekker, zo vertrouwd. Ze rook naar geborgenheid.
Ik mis haar geur. Ik mis dat hoekje tussen haar nek en
schouder waar ik mijn hoofd legde als we samen tv keken. Ik mis haar zachte
wangen waar ik haar altijd een kus gaf. Ik mis haar rare gezichtsuitdrukkingen
als papa onzin praat. Ik mis ons oogcontact als anderen zich druk maken om
dingen die wij samen onbelangrijk vonden. Ik mis haar hele zijn hier in huis. Als
we allemaal bezig zijn met onze eigen dingen, op verschillende verdiepingen,
dan nog voel ik dat ze er niet is op de manier die we gewend zijn. Ze zal er
ook niet meer zijn. En binnenkort zal ook haar sjaal niet meer naar haar
ruiken.
Een knuffel, ook al kennen we elkaar niet!
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Laura (van het forum..)