Dat ze er dan nog een keer even is. Ik onderhandel me
helemaal gek. Alles heb ik er voor over. Dan maar niet die leuke baan. Dan maar
niet de liefde van mijn leven vinden. Dan maar niet in dat perfecte appartement
gaan wonen. Dan maar een paar vrienden minder. Dan maar…
Dat ze er dan is. Ook al is het maar voor een keer. Ook als
is het maar een dag. Misschien een uurtje dan? Dat ze dan op de bank zit en ik
er tegen aan kan kruipen. Dat ze ons nog even alle belangrijke dingen kan
vertellen. Dat ze nog een keer een rondje in de tuin kan lopen. Dat we nog een
keer samen zijn. Heel even? Ze hoeft niet eens iets te zeggen, ik wil alleen
maar kijken. Kijken naar hoe ze beweegt, hoe ze lacht, hoe haar ogen staan, hoe
ze loopt. En ruiken. Ik moet wel even haar geur in me kunnen opnemen.
Ik weet niet met wie ik een deal probeer te sluiten. Maar schijnbaar
ben ik niet zo’n goede onderhandelaar want ook al verzin ik de gekste dingen (ik
verwijder voor altijd facebook, ik zal me nooit meer iets aantrekken van wat
anderen vinden, ik zweer je dat ik nooit meer Friends kijk, ik zal vanaf nu
altijd voor 12 uur in bed liggen), ik krijg niet wat ik wil.
Een keertje zou toch moeten kunnen? En dan daarna misschien
nog wel een keer. En daarna, en daarna…