zaterdag 18 augustus 2012

Verjaardag


Soms klopt er echt helemaal niks van. Dan bekijk ik ons als van een afstand, en zie hoe hard we ons best doen om het normaal te laten zijn. Tevergeefs. Een dag die we vroeger vulden met cadeautjes, samenzijn, vla eten en iets leuks ondernemen voelt nu als onwennig. We doen ongeveer hetzelfde als vroeger. Alleen werd dat ‘iets leuks’ begraafplaatsen bezoeken om te kijken waar jij heen moet gaan. Misschien deden we bij nader inzien toch niet helemaal alsof het een normale verjaardag was. Papa wil je in de tuin zetten, in die urn die je zelf ooit gemaakt hebt. Ik wil niet dat je dagen lang tussen de slechte muzieksmaak van de ene buren en het babygekrijs van de andere in moet zitten. Maar alle begraafplaatsen die ik zie, lijken me ook niks voor je. Je past er niet.

Het was een rare verjaardag, blijkbaar voegen we opeens een luguber tintje toe aan dat soort dagen. Samen hebben we honderden graven gezien. Hij werd zestig. Een grote leeftijd, maar betekenisloos zonder jou. Ik heb mijn best gedaan, maar mijn best is in dit geval bij lange na niet genoeg. Mama, mama, mama, het klopt het gewoon niet meer.

Als het ooit wel weer gaat kloppen, is dat dan wel okee? Of betekent dat eigenlijk dat je dan pas echt wegbent? 

woensdag 1 augustus 2012

Zoeken


Ik zit in de bar van het hotel, te wachten op de rest. Het diner wordt dadelijk geserveerd, maar ik weet niet waar ze allemaal zijn. Op het podium zit een bekende Nederlandse zangeres te zingen. Ik heb geen idee hoe ze heet. Ik sta op om de anderen te gaan zoeken. Na een tijdje kom ik mijn broertje tegen. Waar zijn papa en mama? vraag ik hem. Papa is al op weg naar het restaurant. Waar mama is, weet hij ook niet. We gaan op zoek. We lopen door lange gangen, nemen alle liften naar de verschillende verdiepingen. We zoeken buiten en binnen, lopen trappen op en af. We vinden haar niet. Waar is ze toch? Op een gegeven moment kijken we elkaar aan en weten we het weer: ze is er niet meer.

Ik word niet wakker van de wekker. Gewoon uit mezelf. Het is nog vroeg. Zelfs in mijn dromen is ze er niet. Zelfs in een diepe slaap weet ik dat ze dood is. Ik word niet bang, geschrokken of boos wakker. Maar wel met dat diepe, onomkeerbare en zware gevoel van gemis. Was ze nog maar even hier.

Vannacht wil ik weer op zoek. En haar dan wel vinden.