Ze kan niet meer lopen. Opeens vraag ik me af: hoe liep ze
vroeger eigenlijk? Als ik nu denk aan een lopende mama zie ik haar lopen zoals
ze dat het laatste jaar doet. Voorzichtig, voetje voor voetje. Toefelen, noemen
wij dat. Ze tilt haar voeten dan niet meer echt op en snel gaat het niet. Maar
het gaat. Of nouja, ging. Voor die tijd liep ze toch anders, maar ik weet niet
meer hoe. Ik zie het niet meer voor me. Nam ze grote stappen of kleine? Keek ze
recht vooruit of een beetje omlaag? Liep ze bewust of snel en automatisch? Zag
ze er vrouwelijk uit als ze liep of hield ze haar heupen stijf? Soms ben ik zo
bang dat ik me niets meer herinner van de tijd toen ze nog niet ziek was. Ken
ik de echte mama eigenlijk nog wel? Acht jaar is een lange tijd. Ik was
achttien toen de diagnose werd gesteld en ik studeerde net. Ze was nooit een
moeder die met thee en koekjes zat te wachten als je uit school kwam. Gelukkig
niet zeg. Maar wie was ze wel? Ze heeft me liefde voor fotografie bijgebracht,
ze heeft me geleerd dat er weinig belangrijker is dan echte en goede
vriendschappen en ze heeft het nooit raar gevonden als ik bang was voor
onnozele dingen als onweer. Ze oordeelde niet.
Zie mij eens over haar praten in de verleden tijd. Ik weet niet meer hoe ze liep en ik ben
misschien wel meer vergeten. Maar wat ik wel zeker weet is dat ze niet de
persoon is die nu beneden op de bank ligt. Wat is kanker toch een
verschrikkelijke ziekte die op een gegeven moment nog maar zo weinig heel laat
van wie iemand is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten