Het is zaterdagavond en we doen een spelletje. Meestal
Scrabble, want ze vergeet nooit hoe dat moet. Ze heeft tegenwoordig een bril
met enorme ronde glazen waarin haar ogen bijna wegvallen zonder dat ze kleiner
worden. Ze zijn groot en ze kijken me vaak vragend en een beetje hulpeloos aan.
Ze willen weten waar de sleutels liggen, hoe laat we weg moeten en wat er aan
het gebeuren is. Maar niet nu. Nu zijn ze aan het winnen. Mama is goed in
Scrabble en ze weet altijd de
woordwaarde tegeltjes te pakken te krijgen. Ik weet niet hoe ze het
doet, zoals ik van zoveel dingen niet weet hoe ze het doet.
Als het spel klaar is zitten we nog even aan tafel. Ze
vraagt ons of ze veranderd is. Haar ogen zijn opengesperd en ik kan niet
liegen. Ja, je bent veranderd, maar het valt wel mee. Het had erger kunnen
zijn. Papa knikt. Je wereldje is gewoon wat kleiner geworden. Het is niet meer
hetzelfde, je bent niet de vrouw waar ik ooit mee trouwde. Het is een andere
relatie geworden. Ze knikt, dat weet ze zelf ook wel. Maar soms zijn we nog
zoals we waren hè, gewoon samen? Hij kijkt naar haar en ziet die ogen achter
die vergrootglazen. Ja, zeker. Soms wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten