“Alles is anders. Alles is relatief.” – Jochem Myjer in 24
uur met
We zaten tegenover elkaar naast dat tochtige raam en Eef had
thee gezet. Het was nog niet lang geleden dat ze twee van de belangrijkste
mensen in haar leven had verloren. Weet je, zei ze, ik heb het gevoel alsof ik
nu tot een andere groep mensen behoor. Ik wist helemaal niet dat er
verschillende groepen mensen zijn, maar nu weet ik dat ik bij een andere groep
hoor. Ik stel mezelf andere vragen en zie andere dingen om me heen dan eerst.
Na vijf jaar had ik het nog nooit zo goed in woorden weten
te vangen als zij. En ik weet nog hoe belachelijk ik het soms vond dat ik me
met haar durfde te vergelijken. Totdat ik snapte waarom ik het toch deed.
Volgens mij was het niet de eerste keer dat ik het besefte, maar dit moment
weet ik nog goed, zo opeens: ik ben ook in rouw. Voortdurend. Er wordt altijd
afscheid genomen, maar dan heel langzaam. Langzaam dag zeggen, is dat beter dan
plotseling? Of is het als een pleister, beter in één keer alle pijn? Weg. Pijn.
Rauw. Ratsj. Ik zie de achteruitgang, stapje voor schuifeltje. Ze tilt haar
voeten niet meer op tegenwoordig, als een omaatje beweegt ze zich voort. En ik kijk
hoe het gaat, steeds weer een stukje huid dat door de pleister wordt
blootgelegd. Elk haartje dat er uit wordt getrokken voel ik, één voor één.
Wat een verschrikkelijke vraag eigenlijk. Zo’n vraag die je
niet moet stellen maar dat dan toch doet. En waar je vervolgens geen antwoord
op weet en dat maakt ook niets uit. Want het is niet waar het om gaat. Waar het
wel om gaat is dat wij in dezelfde groep zitten. Dat er iemand is die jou
misschien iets beter begrijpt dan rest, die voelt wat het betekent als je zegt:
alles is anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten