donderdag 4 oktober 2012

Studeren


Dit stukje schreef ik jaren geleden en gaat over de tijd toen ze net ziek was. Toen ik negentien was.

Het was mijn studententijd, de tijd van je leven. Maar ik voelde me zo anders, zo erbuiten. Stonden we ’s nachts in een of andere kroeg en het was gezellig. Ik feestte vrolijk mee, totdat dat moment kwam waarvan ik heel goed wist dat het altijd zou komen. Dan keek ik om me heen en zag al die mensen: blij, dronken, uitbundig, zorgeloos. Tenminste, zo leek het. 

Het enige wat ik op dat moment kon denken was dat ik hier niet bij hoorde, dat ik er geen deel van kon uitmaken, zo snel mogelijk weg moest. Het werd warmer en ik werd duizeliger. Naar huis. Op de fiets werd ik pas rustig. Dan was ik alleen, precies zoals ik me voelde terwijl ik door tientallen mensen werd omringd. 

Mijn vrienden waren er altijd wel en ik had minimaal twee handen nodig om de mensen te tellen die ik ook ’s nachts mocht bellen, maar ik praatte er niet veel over. Zoveel dacht ik er niet eens aan. Om een heel simpele reden: ik wilde het helemaal niet, ik wilde helemaal niet dat mijn moeder ongeneeslijk ziek was. 

Maar elk weekend ging ik naar huis en dan werd ik ermee geconfronteerd. Ze was vergeetachtig geworden. Dan hadden we ruzie, omdat ik veel te ongeduldig was om alles meer dan drie keer te herhalen, en eindigden we allebei huilend omdat mama opeens zei: “ik weet helemaal niet meer waarom we ruzie maakten”. Dan keek ik naar haar, naar de vrouw die ooit mijn alles-regelende gezonde moeder was en nu langzaam aan het afglijden was, en ik besefte dat ik afscheid aan het nemen was. Afscheid van een gezonde moeder. Eentje die alleen de trap kan aflopen, zonder dat ik haar hand moet vasthouden. Eentje waar je gewoon mee kan gaan winkelen zonder dat je in de gaten moet houden of ze je niet uit het oog verliest en hulpeloos midden in de winkel staat. Eentje waarmee je knallende ruzie kan maken zonder je schuldig te voelen. Eentje aan wie je kan uitleggen waar je precies mee bezig bent bij je studie zonder dat je twijfelt of ze het wel snapt en of ze het de volgende dag nog wel weet. 

Na zo’n weekend stond ik maandagochtend op het station, totaal uitgeput en van mijn energie beroofd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten