Moedeloos ben ik als ik bedenk dat het nu voor altijd
zo is. En ook moe, zo moe. Ze is er al meer dan een jaar niet meer. En ik kan
niet begrijpen dat die tijd zo snel voorbij is gegaan. Eigenlijk had die toch
pijnlijk langzaam moeten gaan? Hadden alle dagen traag en slopend aan me
voorbij moeten gaan. Ik denk de laatste tijd dat het meest heftige weg is, alhoewel
het me nog steeds kan overvallen op momenten. Maar er is ook iets anders
bijgekomen. En ik heb lang nagedacht hoe ik het zou kunnen verwoorden. Het voelt
zwaar, maar niet ongewenst. Het is er altijd, en blijft vaak op de achtergrond.
Ik weet niet of het te zien is van buiten, maar ik voel het in alles. Het is
een dof gevoel. Dat is het enige woord dat ik kan bedenken dat in de buurt
komt. Dof. Van het idee dat dit het leven nu voor altijd is: zonder haar.
Meer dan 400 dagen zonder haar zijn al voorbij. En vanaf nu
worden dat er alleen maar meer. Dat lijkt zo eindeloos, zo zonder uitzicht op
beter. Ik kan me niet voorstellen dat dit doffe gevoel ooit echt voorbij gaat. Misschien
is het soms minder, als je de slappe lach hebt, of als je muziek maakt, of als
je opeens ziet hoe mooi de zon tussen de wolken door schijnt, of als je veel
wijn drinkt. Maar weg? Nee, dat kan ik nog niet geloven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten